“Ik was 3 jaar toen ik met judo-les begon.” Het stoeien en spelen in de gymzaal is inmiddels een serieuze zaak geworden voor de 17-jarige Janson Wong. Vorig jaar stak hij een bronzen medaille in zijn zak tijdens de Nederlandse kampioenschappen en kort daarna werd hij geselecteerd om deel te nemen aan de Europa Cup. Drie weken voordat het voorbereidingstraject voor dit Europese toernooi zou beginnen, werd zijn gewichtsklasse echter definitief uit het programma gehaald. “Dit was een teleurstelling, maar nu ga ik hard trainen om meer spieren te kweken zodat ik volgend jaar toch kan meedoen in een hogere gewichtsklasse. Als je hard werkt, kun je altijd iets bereiken. Zelfs wanneer de weg ernaar toe moeilijk is.”
Discipline
Janson weet als geen ander dat discipline noodzakelijk is voor judo. “Je moet jezelf kunnen beheersen. Als je boos wordt op je tegenstander, ga je slechter judoën. Je kunt beter rustig blijven nadenken.” Deze zelfbeheersing wordt ook in toom gehouden door de regels binnen de verdedigingssport. “Het is niet echt een vechtsport. Je kunt niet slaan en stoten, maar je kunt wel verschillende klemtechnieken toepassen. Het is ieder geval geen gevaarlijke sport waar mensen knock out kunnen gaan.”
Hard werken
Jansons passie voor judo leidt ertoe dat hij negen keer per week traint. Hij is geselecteerd voor het talentontwikkelingsprogramma van Judo Bond Nederland. Acht keer per week traint hij hiervoor bij regionaal trainingscentrum (RTC) Noord West in Haarlem en daarnaast is hij in Papendal te vinden bij het nationale trainingscentrum van Nederland. Hier traint zijn jongere broer Jason ook. “We hebben beiden een verschillende stijl in judo, dus het is leuk om elkaar worpen en technieken te leren.”
Door de steun van het Sportstimuleringsfonds Zuidoost kan Janson zich blijven ontwikkelen en meedoen aan buitenlandse toernooien. Dit brengt hem nog een stapje dichterbij zijn ultieme droom: deelname aan de Olympische Spelen.
