Maryse Knook: ‘’Diversiteit is een kwaliteit.’’

Maryse Knook

Sinds zes weken is de enthousiaste Maryse Knook de directeur-bestuurder van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer (OSB). Voordat ze besloot het onderwijs in te gaan, had ze drie banen tegelijk. Bij deze banen stond het verbeteren van bestaande organisaties op nummer één. Nu is haar nummer één prioriteit de middelbare school in de G-buurt tot een plek te maken waar de leerlingen zeer trots zijn op de bijdrage die zij kunnen leveren aan de maatschappij door toedoen van hun diversiteit. Bijlmer&Meer ging op bezoek op de OSB om Maryse een paar vragen te stellen.

Het gesprek aangaan
“Bij de OSB wilden ze graag een directeur-bestuurder die bewust voor ‘deze’ school kiest, in plaats van bestuurder willen zijn bij een willekeurige andere instantie of bedrijf. Ik heb geen krijt aan mijn broek, zoals men dat zo mooi zegt. Het feit dat ik deze school zo goed snap als het gaat om het concept en dat we hard moeten werken om dat te behouden heeft er zeker aan bijgedragen dat ik nu de OSB mag besturen. Omgaan met diversiteit op de verschillende niveaus die wij aanbieden gaat niet vanzelf en daar moet je constant oog voor hebben. Denk aan het opleiden en begeleiden van docenten, het gesprek blijven aangaan met elkaar en leerlingen voorbereiden op een maatschappij die steeds meer uit elkaar dreigt te vallen. Het is een grote school met 1.600 leerlingen en dus altijd dynamisch. Ik vind het heel mooi dat de lessen met een kringgesprek beginnen en eindigen waardoor het contact met de leerlingen minstens zo belangrijk is als het vergroten van het intellectueel vermogen.”

Practise what you preach
“De taak van directeur bestuurder is een zeer brede taak. Het is echt geweldig! Ik fiets elke dag met veel plezier naar de OSB. ‘Practise what you preach’ is mijn lijfspreuk. Ik ga enorm in gesprek met mensen, maar ik ben wel heel duidelijk in wat ik wil. Mijn missie is diversiteit verder uitnutten. Belangrijk maken dat diversiteit een kwaliteit is en niet iets wat je op moet lossen. Ik denk dus; ‘wees er maar iets trotser op’, want er loopt zoveel potentie rond. De middelbare scholen in Zuidoost zouden als gezamenlijk doel moeten hebben hun leerlingen bewust te maken van de eigen unieke identiteit. Wie zij zijn en hoe ze zijn opgeleid is van veel meer waarde dan iemand die alleen maar in de witte hoogopgeleide bubbel heeft gezeten. Goede voorbeelden hiervan op de OSB, die samengaan met deze ideologie van mij, zijn de jongerenrechtbank, de mini-mediators en het leerorkest.’’

‘’Zoals op elke school, gebeuren er natuurlijk ook minder leuke dingen op de OSB, maar die worden door de conciërges en de mentoren heel goed opgepakt. Zij kennen alle leerlingen persoonlijk en weten wat er in de lucht hangt. Ik ben heel trots op ze! Wij willen geen school zijn waar camera’s hangen. Samen zorgen we voor veiligheid. De samenwerking met het Bindelmeer College en het Ir. Lely Lyceum is erg goed. De lijntjes zijn kort, waardoor we veel samen met de buurt kunnen oplossen. Dat vind ik heel erg fijn. De OSB is een school waar je mag zijn wie je bent, waar je je thuis voelt en vanuit die veiligheid de wereld mag gaan ontdekken.”

2 fasen vwo
De OSB is goed in het bieden van kansen. Sinds twee jaar heeft de OSB een ‘2 fasen vwo’. Dat houdt in dat goed presterende havo-leerlingen eerst hun havo diploma halen en het jaar daarna meteen doorgaan naar 6 vwo om hun vwo diploma te halen. Dit jaar zullen er 9 leerlingen hun diploma gaan halen binnen de 2 fasen vwo.

“Je kunt ook andere stappen zetten, zoals bijvoorbeeld ‘opstromen’ van 4 havo naar 5 vwo. Heel veel kinderen kiezen voor de OSB, omdat ze intrinsiek weten dat ze het kunnen, maar de omgeving zegt dat ze niet capabel genoeg zijn. Nog een ander mooi voorbeeld is een leerling die van een categoraal gymnasium naar de OSB kwam en aangaf dat hij daar het gevoel had slechts één van de vele leerlingen te zijn geweest. Op de OSB was hij een leerling die men echt kende.”

Doelstellingen
De doelstellingen van Maryse, in haar eerste jaar als directeur-bestuurder, zijn bijvoorbeeld de leerlingen, de docenten en de deelschoolleiders van de havo/vwo afdeling nog wat meer uitdagen om te kijken of de intellectuele uitdaging nog meer vergroot kan worden.

“Je leert veel meer door met elkaar een project te doen of vakoverstijgend aan de slag te gaan. Het mooie is dat je leerlingen dan kan testen op stof die veel meer de diepte ingaat. Je kunt alles op Google vinden, dus ik geloof dat we uiteindelijk naar een ander eindexamen zullen gaan op landelijk niveau. Samenwerking tussen leerlingen met een diverse achtergrond zal het eindexamen veel waardevoller gaan maken. Om deze eerste stap aan te zwengelen denk ik dat ik met de deelschoolleiders en zij op hun beurt weer met de docenten in gesprek moet gaan over de lesinhoud en over de vakdidactiek. Het zit hem in creatieve manieren vinden om elk kind op zijn of haar niveau uit te dagen.”

 

Interview door Graziëlla Hunsel Rivero.

 

Deel dit bericht op social media

Leave a Reply

Zuidoost&Meer

GRATIS
BEKIJK